Het leven laat sporen achter. Soms grote littekens, zichtbaar en onmiskenbaar. Soms een heleboel kleine sneetjes die bijna onzichtbaar lijken, maar samen een diepere wond vormen. Elk verlies, elke teleurstelling, elke keer dat je vertrouwen gaf en het beschaamd werd – het stapelt zich op. Vaak merk je pas later hoe zwaar die rugzak eigenlijk geworden is. Alsof je ongemerkt steeds meer stenen verzamelt, totdat je er bijna onderdoor gaat. En al die kleine sneetjes? Samen vormen ze een grote open wond die je met je meedraagt. Een wond die niet zomaar geneest, juist omdat ze uit zoveel kleine stukjes bestaat.
En toch leggen we onszelf er een lat bij. Alsof we pas goed genoeg zijn als we hoger springen, sneller klimmen, harder rennen, beter presteren. Maar die lat, wie heeft die daar eigenlijk neergelegd? In negen van de tien gevallen: jijzelf. En dan raak je ontmoedigd omdat je je eigen maatstaven niet haalt. Je straft jezelf voor verwachtingen die nooit haalbaar waren. Je raakt verstrikt in je eigen strengheid en noemt dat dan falen, terwijl het nooit eerlijk was om zo streng te zijn.
Ik herken dat. Ik ben er zelf vaak in vastgelopen. Het gevoel dat ik er nú uit moet komen. Dat het nú moet lukken. En dat, als dat niet zo is, het bewijst dat ik een mislukking ben. Maar dat denken maakt de val alleen maar harder, de schaamte alleen maar dieper. Het zet een extra laag pijn bovenop de pijn die er al was.
Maar hier is de waarheid die ik langzaam ben gaan leren: je hoeft niet in één keer bovenop die berg te staan. Niemand doet dat. Elke stap telt. Elke ademhaling waarmee je jezelf weer opricht, elke dag waarop je iets kleins aanpakt. Ook al voelt het op de schaal van het geheel misschien onbeduidend, die kleine bewegingen stapelen zich op. En op een dag kijk je achterom en zie je hoeveel je al hebt afgelegd. Je beseft dat de weg omhoog niet één sprong was, maar duizend kleine passen.
Wees daarom zacht voor jezelf. Je bent geen mislukking omdat je struikelt of omdat het langzaam gaat. Langzaam is óók vooruit. Snelheid staat niet gelijk aan kwaliteit. Fast food is snel, maar voedzaam is het niet. Jij bent geen fast food. Jij bent een meesterwerk in wording. En een meesterwerk ontstaat niet in haast, maar in geduld, in aandacht, in tijd.
Dat meesterwerk mag rafelranden hebben. Het mag scheuren, barsten, littekens dragen. Het mag onaf lijken, en tóch waardevol zijn. Want groei is rommelig, heling is rommelig. Je hoeft niet af te zijn om waardevol te zijn. Jij bént waardevol, precies zoals je nu bent. En juist daarom verdien je zachtheid.
Dus vier je kleine overwinningen. Niet omdat ze je hele berg ineens oplossen, maar omdat ze de weg begaanbaar maken. Omdat ze je leren dat je vooruitkomt, ook al voelt het klein. Juist die kleine stapjes zijn groot. Ze zijn het verschil tussen stilstaan en doorgaan.
Je hoeft niet sneller. Niet beter. Niet meer.
Je mag er gewoon zijn. Precies zo.






